Home
Schrijven 2

“op welke verdieping?”

“Wanneer men mij vraagt: ‘hoe gaat het?’ –wat een dwaze vraag! – heb ik zin om te antwoorden: “op welke verdieping?” ... Het is alsof ik een kleine menigte mensen was die op meerdere verdiepingen leven en elkaar kruisen.  Er is een verdieping waarop iemand leeft die erg ziek is, bijna stervende, een ander waar een veinzer verblijft, nog een andere waar iemand zich drogeert, en dan uiteindelijk een laatste verdieping waar men zich goed voelt.”

Over deze opmerking van Derrida schreef een Antwerpse filosoof, Erik Oger, het volgende: “Deze opmerking is symptomatisch voor Derrida’s opvatting van het ik.  Het ik is geen duidelijk overschouwbaar geheel meer dat in een naar binnen schouwende blik in alle hoeken en kanten opgelicht kan worden.  Het heeft niet meer op elk ogenblik toegang tot alle verdiepingen en kamers.   Het behoudt geen overzicht van alles wat er zich in het gebouw afspeelt.  Het verschijnt eerder als een labyrinth met onvermoede tussenverdiepingen, met geheime alkoven en donkere opkamertjes, met valse wanden en ontoegankelijke ruimten, met diepe kelders en vergeten zolders.  Vaak weet men niet wat er zich in een aantal kamers afspeelt.  Het antwoord op de vraag hoe het gaat, moet dus niet enkel gedifferentieerd en genuanceerd worden, maar vaak blijven we het antwoord ook schuldig.”