Home
Schrijven 2

Mark Levels

Aan Mark Levels : Hoe kan het dat ons land met zijn liberale abortusbeleid toch z'n laag abortuscijfer heeft? Omdat ze o.a  in christelijke ziekenhuizen abortussen laten doorgaan voor miskramen . De kosten: Ziekenfonds.
Wat zijn feiten? "Feiten" kan men niet aantreffen in de natuur, zoals Sartre zou zeggen.  Ze zijn geen natuurlijke grootheden.  Ze zijn altijd mensenwerk, constructies, artefacten.  Ze dragen altijd de handtekening van mensen.  Tegelijkertijd doet diegene die de feiten "citeert" alsof de feiten rechtstreeks af te lezen zijn in het Boek van de Natuur; hij doet dus alles om zijn eigen handtekening uit te wissen, en zo de feiten dus eigenlijk te verfraaien, op te smukken, te zuiveren.  Wat een handeltje is me dat toch ! Wat een arrangement ! Wat een zwendel !

-
Geachte Sjalien,Hartelijk dank voor uw mail. U is geloof ik een andere epistemologische opvatting aangedaan dan ik. De door ons geobserveerde werkelijkheid is zeer zeker op allerhande manieren vertekend, en dat vormt een zekere uitdaging voor de wetenschappen. Het is aan ons om met alle mogelijke middelen die ons brein ter beschikking staan te proberen de bomen en het bos te zien. Ondanks de door mij niet betwiste en door u terecht onderkende moeilijkheden om op basis van ervaringen uitspraken te doen over de werkelijkheid, meen ik wel te kunnen volhouden dat deze moeilijkheden ons geenszins nopen tot het afzien van gevolgtrekkingen over die werkelijkheid. Ze roepen hooguit op tot uiterste voorzichtigheid en nuance. We proberen vanzelfsprekend voorzichtigheid te betrachten, en daartoe is een van de instrumenten een zo objectief mogelijke wetenschappelijke methode. Daarbij proberen we de werkelijkheid zoals die zich toont zo goed mogelijk te lezen, en op basis van die observaties uitspraken te doen over dat wat we op basis van theoretische overpeinzingen verwachten te zien. Ondanks de evidente beperkingen, geloof ik dat er geen beter alternatief voorhanden is. Ik lees Sartre en Flaubert graag, maar als leidraad voor het doen van wetenschap kunnen we beter te rade gaan bij Popper en Lakatos. Ik vertrouw er op u hiermee voldoende van repliek te hebben gediend.Met hoge achting, Mark Levels
-
 Geachte Mark, Nog afgezien van het feit dat Popper en Lakatos op belangrijke punten van mening verschilden en zelfs als antipoden kunnen gelden, vraag ik me af waarom het zinvol is naar hun werk te verwijzen, in de contekst die de onze is.  Het draagt niet echt bij tot het meningsverschil, maar lijkt enkel bedoeld om gezag te vestigen...Bij uw kentheoretische beschouwing wil ik enkel opmerken dat het onderscheid tussen 'de bomen' en 'het bos' een onderstelling impliceert: wat zouden Popper en Lakatos vinden van de hypothese van een 'bos achter de bomen', een dergelijk spreekwoordelijk noumenon spreekt toch niet vanzelf en zou ongetwijfeld tot een verhitte discussie tussen deze heren aanleiding hebben gegeven?De base-line waar het om gaat is: wordt een abortus als abortus geregistreerd, of wordt de aborterende handeling verpakt als miskraam, i.e. verschonend verhuld?  Het is nogal wiedes dat de nominale registratie van medische handelingen de telling "vervormt": ze maakt ze immers mogelijk...   Wanneer ik dit laat opmerken, dan zoek ik de ontologische discussie, in het genre: "wat is abortus", "wat is de de ware natuur van abortus", en in het verlengde : "wat is de de ontologische status van de foetus" etcetera... niet op.   Zoals ik schreef, in verwijzing naar J.-P. Sartre : "abortus is geen natuurlijk gegeven".   Dit gegeven lijkt uw onderstelling van 'het bos in en achter de bomen', maar ook uw retoriek van de objectiviteit, ten diepste te willen miskennen.   'Het bos' is niet alleen een totaliserend beeld, het figureert een natuurlijk gegeven, om niet te zeggen een noumenon, i.e. een zijnsorde die door en door letterlijk en identiek is.  
Een dergelijk onderstelling is zelfs pre-Popperiaans...Ik kan niet anders dan concluderen dat uw zogezegde "voorzichtigheid" in feite stoelt op een vorm van dogmatiek.  In weerwil van uw verwijzing naar Lakatos, kleeft er een sciëntistisch geurtje aan.  U bent ten diepste overtuigd van de superioriteit van 'de wetenschap', zelfs in haar relatief relativisme, waarin u niets anders dan een asymptotische nadering weet te herkennen, waar zelfs Popper zijn neus voor ophaalt... Met de pretentie van een fundamentalist wijst u als een goede scientist de ander op zijn, of haar verknochtheid aan DE waarheid en HET waarheidsspreken... (het zijn altijd de anderen die fundamentalist zijn, niet?) Dit alles neemt niet weg dat het abortuscijfer relatief laag lijkt...   gewoon omdat tal van handelingen niet als abortus, maar bijv. als miskraam te boek worden gesteld.    Waarom zoekt men geen "wetenschappelijk verantwoorde" schatting te maken van de relatieve verhouding tussen het aantal 'abortus-registraties' en het aantal 'miskramen tussen haakjes'? Dat zou het debat echt verder helpen...  want eerlijk, de observatie "dat ons land met zijn liberale abortusbeleid toch een laag abortuscijfer heeft", is een vervalsing, en geen zinvol uitgangspunt...Met vrije groet Sjalien Sjule
-

Geachte Sjalien Sjule, Neemt u mij niet kwalijk - ik geloof dat ik u in mijn vorige maik niet volledig heb begrepen. Uw kennelijke verontwaardiging is gebaseerd op een onjuiste vooronderstelling over onze werkwijze. Ik heb geen gebruik gemaakt van officiële statistieken, onder andere vanwege de mogelijke problemen die u daar terecht bij opmerkt. Er speelt bij die data overigens wel meer. Zo is er abortustoerisme, die de registers ook vervuilen. In landen waar abortus illegaal is, komt daar bovendien nog bij dat die illegale abortussen uit de officiële cijfers blijven. Om dergelijke mismetingen te voorkomen, hebben we gebruik gemaakt van uitgebreide enquetegegevens, waarbij bijna 50.000 vrouwen in 15 verschillende landen thuis een aantal uren zijn geïnterviewd over hun levenslopen, hun gezinsleven, hun kinderen, en de zwangerschappen die voortijdig beëindigd werden. Daarbij is het inderdaad mogelijk om onderscheid te maken tussen miskramen en abortussen. Overigens hebben we ons best gedaan onze analyses zo uit te voeren dat de gevolgen van eventuele onderrapportage van abortussen door vrouwen in surveys, zo klein mogelijk waren.

Een tweede misverstand geldt het soort vragen dat u en ik stellen. U stelt meen ik een essentialistische vraag, en dat is uw goed recht. Ik vind dat ook belangrijke vragen, en het is erg wezenlijk voor onze kennis van de wereld dat we ontologische vragen stellen. Het zijn echter vragen die we met wetenschappelijke methoden niet kunnen beantwoorden. Ik laat ze graag aan de beoefenaars der kunsten. Bovendien - en daarom haal ik Popper en Lakatos aan - helpen essentialistische bespiegelingen ons niet echt verder bij het beantwoorden van het soort vragen waar ik als wetenschapper wel een antwoord op kan geven. Dat betreft overigens vragen over al dan niet causale relaties tussen wat we dan maar met een lelijk sciëntistisch woord "variabelen" zullen noemen. Ik - en met mij overigens de meeste sociaal-wetenschappers - ben mij terdege bewust van de beperkingen van die wetenschappelijke methode. Overigens zijn dit over het algemeen vragen waarover kunstenaars zich beter niet kunnen buigen. Toch een andere tak van sport. Of heb ik het volgens u mis, en begrijp ik u verkeerd?Wellicht kunnen we overeen komen dat u noch ik het volledige primaat op de juiste zienswijze der dingen kunnen claimen, en dat we wetenschap en kunsten beiden nodig hebben om chocola van de wereld te maken?  Een ding moet mij ten slotte van het hart. U kent mij niet, maar u lijkt uzelf met graagte de vrijheid te gunnen op basis van een krantenartikel en een door mij geschreven kattebelletje een verregaand oordeel te vormen over mijn werkwijze, mijn wetenschappelijke houding, en mijn levensvisie. U legt mij daarbij zonder omhaal woorden in de mond en wrijft mij zelfs een zeker fundamentalisme aan. Enige voorliefde voor de hyperbool als stijlfiguur valt u niet te ontzeggen. Ook dat is uw goed recht, maar neemt u mij niet kwalijk dat ik u beticht van een zekere vooringenomenheid? Of bent u in staat om uw mening te herzien wanneer u het in uw eerste oordeel mis blijkt te hebben? Met vriendelijke groet,Mark Levels
-

Geachte Mark,Bedankt voor de toelichting bij uw werkwijze.   Dat was verhelderend.  Daarbij moet ik echter opmerken, dat zgn. wetenschappelijke resultaten vaak gepresenteerd worden zonder toelichtingen, vooral in de media.  Hoe men aan de betreffende resultaten komt, wordt in de publicatie niet toegelicht.   Misschien is men van oordeel dat de bestemmeling -die ter zake niet geschoold is- daar geen boodschap aan heeft; of misschien wil men zuinig omspringen met de beschikbare publicatieruimte... Hoe dan ook, door de wijze waarop de feitelijke resultaten zijn geproduceerd, zijn gemaakt, gaat men voorbij aan het maakwerk zelf.   Feiten zijn in zekere zin artefacten; het zijn -net als chocolade- producten, eindproducten, geproduceerd door de bandarbeiders van de wetenschap.   De wetenschap is een industrie, en die schept feitelijkheden allerlei.   Trouwens, dat de industrie veel wetenschappelijke arbeid vraagt is op zich een aanwijzing: industrie en wetenschap zijn verwanten.   Feiten zijn aleven zeer synthesen als plastiek, sigaren en internetprotokollen.   Het is misleidend om in de presentatie van "feiten" voorbij te gaan aan het proces waarin ze tot stand kwamen.   Wetenschappers hebben niet altijd controle over de wijze waarop resultaten worden gepresenteerd, toegegeven.  Niettemin, door de factuur niet te vermelden, liegen feiten ons eigenlijk iets voor.   En telkens wanneer de werkwijze wordt geexpliciteerd -zoals u doet in antwoord- zorgt dit voor een nuancering van de bevindingen.   En dat is nu precies mijn pointe: feiten -"naakte feiten"- loochenen hun nuanceerbaarheid.   Zo wordt het algemeen belang geschaad.   Terwijl de wetenschap belangenloos zou moeten zijn, en in die zin publiek, wordt ze a.h.w. privaat op het moment waarop ze de werkwijzen verzwijgt.   Ze dient dan een belang, dat afwijkt van het algemene.  

Nee, ik stel geen essentialistische vraag, dat hebt u verkeerd voor.   Essentialiserende benaderingen hebben zeker hun verdienste, en dat geldt ongetwijfeld ook voor het ontologische vertoog.   U bent het echter zelf, die een zeker essentialisme voedt.   Het essentialisme installeert een regime van spreken, dat vasthoudt aan het onverzettelijke karakter van wat het poneert.   Het stelt een nulgraad van nuance in.   Wie nuanceert, relativeert immers.   En brengt zodoende een zekere humor binnen in de ontologische orde van het onverzettelijke, identieke zijn, zouden de filosofen misschien zeggen.  Door uw werkwijze in eerste instantie niet toe te lichten, krijgen uw feiten het aura van niet interpreteerbare kengetallen van het zijn zelf.   De humor in de dingen (dat, wat maakt dat het zijn van differentie is doortrokken, en nooit zichzelf is, tenzij in een constitutieve verplaatsing) wordt daarmee afgedekt.   Met uw feiten valt dan ook niet te spotten, ze zijn de hardheid zelve, de bevroren grijns der dingen.   Het is verder merkwaardig, dat een zeker wetenschappelijk zijnsfundamentalisme best te rijmen valt met een methodologisch anarchisme.   Het subject van het wetenschappelijke spreken -de wetenschapper- is in zekere zin gespleten: net zoals onze westerse cultuur en liberale samenleving, die enerzijds multiculturalisme predikt ('alle culturen zijn evenwaardig'), maar toch vasthoudt aan de eigen superioriteit, al was het alleen op grond van de gepredikte tolerantie...

De kunst, schrijft u... en haar beoefenaars.   Die zich beter niet buigen kan over het soort vragen waar u als wetenschapper een antwoord kan geven, in causale aangelegenheden...  Ik begrijp best hoe u zoiets kunt schrijven, maar tegelijk lijkt het me onzin.   Wilt u elk amateurisme uit de wetenschap weren? Zweert u bij het professionalisme, dat aan de wetenschap een status verleent waaruit de humor zich teruggetrokken heeft? Ik vermoed dat Lakatos toch enige waardering weet op te brengen voor een soort van amateurisme; hij is de laatste om te zweren bij een waarheid waar niet mee te lachen valt.   Dit sluit ernst niet uit, maar wel een ernst die cadaveriseert.   In zekere zin zijn we allemaal amateurs, zelfs de kampioenen van het professionalisme.   Dit sluit het belang van competenties niet uit, natuurlijk niet; maar het voorkomt wel dat wetenschap uitsluitend een zaak van wetenschappers wordt.   Wetenschappers hebben niet het monopolie van de wetenschap.    En net zomin de kunsten.  De kunst bezit zichzelf niet.   Haar im-productiviteit is haar troef.   Me dunkt dat wetenschap en kunst toch ook van elkaar kunnen leren.   Het is echter fout om kunst vooreerst in verband te brengen -zoals u doet- met het maken en produceren, bijv. van chocolade.   De kunst produceert geen waarde, geen meerwaarde.   Dat is bijkomstig, het finaliseert haar niet.   De chocolade is er ondanks de kunst, zou ik zeggen.

Komt het de beoefenaars van de kunsten toe, om zich met onbeantwoorde vragen in te laten, zoals u schrijft? Dat lijkt een nette functiescheiding: de wetenschap laat zich in met beantwoordbare vragen, de kunsten met de onbeantwoordbare restvragen...  In uw opmerking kan ik enkel de verbinding lezen, tussen bescheidenheid en pretentie tegelijk.   De wetenschap is bescheiden, ze beperkt zich tot de echte vragen inzake causaliteiten... de beantwoordbare vragen, die het voorrecht moeten blijven van wetenschappers, en waarover diletante amateurs en kunstzinnge kwebbelaars beter hun mond houden.   Om het in uw vergelijking te formuleren, judoka, blijf bij uw mat! Met vrije groet Sjalien

 -

Geachte Sjalien Sjule, Hartelijk dank voor uw uitvoerige en verhelderende betoog. Sta me toe u gerust te stellen: ik in mijn wetenschappelijke publicaties ga ik uitvoerig in op mijn werkwijze, alsook op de uitvoering en de beperkingen die daar bij komen kijken. Dat is immers een vereiste, daar alleen volstrekte openheid over data en methoden replicatie (en dus controle) van mijn werk door anderen mogelijk maakt. Iedereen die mijn publicaties leest, kan dus uitvoerig lezen wat ik heb gedaan, en die werkwijze lauweren of bekritiseren. Ik praat ook altijd uitgebreid met journalisten over de methodiek, maar vind dergelijke toch wat technische uiteenzettingen zelden terug in de kolommen. Dat heeft te maken met de keuzes die journalisten maken aangaande de nieuwswaarde van wetenschappelijke bevindingen. Vermoedelijk denkt men dat de meeste lezers zich niet voor methodologische uiteenzettingen interesseren. Eerlijk gezegd denk ik dat men daar gelijk in heeft.  Blijft staan dat wetenschappelijke kennis in onze samenleving een zekere status geniet, juist vanwege het wetenschappelijke karakter van de context of discovery. Ik vermoed overigens dat de meeste wetenschappers zich bijzonder bewust zijn van de tijdelijkheid van hun bevindingen, en dat de meesten daarom hun eigen bijdrage aan de kennis over de wereld met graagte relativeren. Ik ken niemand die denkt dat hij of zij daadwerkelijke apodictische zekerheden staat te poneren, en over feiten hebben we het al helemaal niet. We zijn geen juristen! Deze zelfrelativering ondanks, vraagt het aan de wetenschappen toegedichte gezag haar beoefenaren een groot verantwoordelijkheidsbesef.  Men moet niet zomaar wat roepen, en zich beroepen op de status als wetenschapper.
Dat maakt ook, dat ik het niet eens ben met uw pleidooi voor dilletantisme in de wetenschappen. De wetenschappen behoren mijns inziens wel degelijk toe aan wetenschappers, die weten wat ze moeten onderzoeken, hoe ze dat op een wetenschappelijk verantwoordelijk manier moeten doen, en welke valkuilen daarbij vermeden moeten worden. Het begint en eindigt bij de persoonlijke integriteit van de mens. Daarmee is – zoals ik in mijn vorige mailtje uiteen wilde zetten - niet gezegd dat de wetenschappen het primaat op de Waarheid hebben. Er zijn zaken in de wereld waarop we als wetenschappers het antwoord schuldig moeten blijven. De literatuur, de poëzie, de beeldende kunsten – ze zijn veel geschiktere methoden om ons te laten voelen hoe het is om als mens in de wereld te leven. De ethiek kan ons leren hoe we als mens in de wereld zouden moeten leven. Die vragen zijn geenszins onbeantwoordbaar, maar de wetenschappen moeten daar het antwoord schuldig blijven – als u daarin een zekere bescheidenheid leest, is dat terecht. Maar op in ieder geval één deelgebied van het epistemologische project hebben de wetenschappen wel degelijk het primaat. Mocht u in die stelling een zekere pretentie zien, is dat ook terecht. Ik vind dat de wetenschappen (Let op! Niet: wetenschappers) als project die pretenties waarmaken. Over het algemeen worden immers vooringenomen, slechte of door waarden gedreven onderzoeken ontmaskerd door de intersubjectiviteit van het wetenschappelijk forum. Ik ken geen enkele andere georganiseerde manier van kennisvergaring die zich daarop kan beroepen. Ten slotte nog dit. Ik kan hard om mijzelf lachen, en ik mag graag gniffelen om de wetenschappen. Ik vind echter dat abortus als onderwerp van studie echter allerminst een aanleiding vormt tot glimlachen, daarvoor staat er teveel op het spel. Het was mijn taak om het onderwerp uit de morele en politieke hoek te halen, en er met wetenschappelijke distantie over te schrijven. Dat heb ik zo integer mogelijk trachten te doen. Vriendelijke groet, Mark Levels
-
Geachte Mark, Sta me vooreerst toe u alle succes toe te wensen bij uw aanstaande promotie op 7 december.   Ik hoop van harte dat u het ritueel met glans doorstaat. Het was een genoegen om het met u over de sterkte en zwakte van het wetenschappelijke vertoog, en enige andere zaakjes, te hebben.  U zult ook wel begrepen hebben dat ik een grote achting heb voor de wetenschappelijke attitude, maar niettemin kritisch mag zijn op de wetenschap als instelling en als ideologie, op de wijze waarop het discours maatschappelijk gemobiliseerd wordt, op de sciëntistische verleiding enzomeer. Kennis staat nooit los van macht, en macht nooit los van geweld, en daarom kunnen we toch niet waakzaam genoeg zijn, toch.   Het wetenschappelijke heeft een zeker aura, maar waarom mag dat prestige ook niet voortdurend getemperd worden? Het wetenschappelijke functioneert al te vaak als een soort van gezagsargument, dat een zekere aanpassing afdwingt.  Ik weet niet of die journalisten gelijk hebben.   Soms moet je je toehoorder gewoon iets durven bij te brengen, bijvoorbeeld rond de gevolgde methodiek.    Waarom gaat men ervan uit dat het hen niet interesseren zal?  Een scheut volksverheffing kan geen kwaad, een beetje educatie zeg maar, want al te vaak wordt met het kijk- en luisterpubliek een ootje genomen, juist door onvoldoende contekst aan te bieden, die nochtans noodzakelijk zijn, soms, om een gegeven in een enigszins juist daglicht te plaasten. Bij deze kunnen we onze discussie allicht afronden.   Mag ik u bedanken voor uw verhelderingen? Ik zou zeggen, blijf maar steeds de integere wetenschapper die u voor ogen hebt.  Met vrije groet Sjalien